Het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft een cruciale rol in de Nederlandse zakelijke wereld. Artikel 3:34 BW, bijvoorbeeld, behandelt situaties waarin een rechtshandeling nietig kan zijn vanwege een wil die gebrekkig is gevormd. Stel je voor: je hebt net een groot contract ondertekend, maar op het moment van ondertekening was je geestelijk niet helemaal bij de les. Misschien omdat je onder enorme druk stond of gewoonweg niet goed geïnformeerd was. Wat nu?

Artikel 3:34 BW biedt bescherming in dergelijke gevallen. Het stelt dat als een verklaring is afgelegd onder invloed van een geestelijke stoornis, deze verklaring nietig is. Dit betekent dat de rechtshandeling kan worden teruggedraaid alsof deze nooit heeft plaatsgevonden. Maar hoe bepaal je eigenlijk of er sprake was van een geestelijke stoornis? Nou, dat is vaak voer voor juristen en psychiaters. Het kan gaan om tijdelijke omstandigheden zoals stress of langdurige mentale aandoeningen.

In de zakelijke context is dit artikel vooral relevant wanneer grote beslissingen worden genomen onder druk of emotionele belasting. Denk aan fusies, overnames of belangrijke investeringen. Een verkeerde beslissing kan enorme financiële gevolgen hebben. Daarom is het van cruciaal belang dat alle partijen bij hun volle verstand zijn op het moment van ondertekening.

Bepaling van de bevoegde rechtbank bij zakelijke geschillen

Zakelijke conflicten zijn onvermijdelijk. Wanneer deze zich voordoen, is het essentieel om te weten welke rechtbank is bevoegd om het geschil te behandelen. Dit wordt geregeld door de regels van relatieve bevoegdheid. Maar hoe kies je nu de juiste rechtbank? Hier komt artikel 99 Rv om de hoek kijken: het basisprincipe stelt dat de rechtbank in de woonplaats van de gedaagde bevoegd is.

Neem bijvoorbeeld een bedrijf met vestigingen in meerdere steden. Waar ga je dan heen? Het wordt nog interessanter als meerdere partijen betrokken zijn uit verschillende regio’s. Hier komt artikel 107 Rv in het spel, dat stelt dat elke rechtbank die voor één van de gedaagden bevoegd is, ook voor de andere gedaagden bevoegd kan zijn, mits er voldoende samenhang tussen de vorderingen bestaat.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen op deze regels. Voor arbeidsrechtelijke zaken bijvoorbeeld, kijkt men naar de plaats waar het werk gewoonlijk wordt verricht (artikel 100 Rv). Voor consumentencontracten geldt vaak de woonplaats van de consument (artikel 101 Rv). Al deze regels zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat geschillen op een eerlijke en efficiënte manier worden opgelost.

Hoe kies je de juiste rechtbank?

De keuze voor de juiste rechtbank kan soms voelen als het oplossen van een puzzel. Het is belangrijk om alle relevante factoren in overweging te nemen. Denk aan de aard van het geschil, de betrokken partijen en eventuele specifieke wettelijke bepalingen die van toepassing kunnen zijn. Bijvoorbeeld, bij vastgoedgeschillen moet men naar de locatie van het onroerend goed kijken (artikel 103 Rv).

Daarnaast is er vaak ruimte voor partijen om zelf afspraken te maken over de bevoegde rechtbank via forumkeuzeclausules (artikel 108 Rv). Dit kan handig zijn om te voorkomen dat men ver moet reizen voor rechtszaken of geconfronteerd wordt met onverwachte jurisdictievragen.

In elk geval is het cruciaal om juridisch advies in te winnen bij complexe kwesties. Een goede juridische raadgever kan helpen navigeren door het doolhof van regels en ervoor zorgen dat een zaak voor de juiste rechtbank komt.

De betekenis van een verbonden partij in zakelijke transacties

Transacties met verbonden partijen komen vaak voor in het bedrijfsleven, vooral binnen grote ondernemingen en multinationals. Maar wat is een verbonden partij eigenlijk? Volgens Boek 2 BW betreft dit iedereen die direct of indirect invloed kan uitoefenen op de besluitvorming binnen een bedrijf, zoals aandeelhouders, bestuurders of commissarissen.

Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin een bedrijf aandelen verkoopt aan een dochteronderneming of een lening verstrekt aan een bestuurslid. Deze transacties moeten transparant zijn en vaak goedgekeurd worden door onafhankelijke organen binnen het bedrijf om belangenconflicten te vermijden.

Recentelijk zijn er strengere regels ingevoerd om deze transacties te reguleren en misbruik te voorkomen. De EU-richtlijn 2017/828/EU verplicht beursgenoteerde bedrijven om alle significante transacties met verbonden partijen openbaar te maken en goedkeuring te verkrijgen van aandeelhouders of toezichthouders. Dit zorgt ervoor dat alles netjes volgens de regels verloopt en er geen sprake is van vriendjespolitiek of ongeoorloofde voordelen.